More

    Achtergrond • “Ook voor games moet voldoende nationaal aanbod worden gewaarborgd”

    In de Volkskrant deden indie developer Tomas Sala en Dutch Games Association-bestuurder Wim Westera namens de Nederlandse game-industrie een oproep om games, net als films en televisie, financieel te steunen.

    Deze oproep is een reactie op het voorstel van Minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) om bioscopen, streamingdiensten en omroepen te verplichten om een percentage van hun Nederlandse jaaromzet te investeren in de (co-)productie van Nederlandse films en series.

    Inconsistentie aankaarten

    Sala vroeg zich af waarom dit soort initiatieven er wel voor de filmindustrie zijn, maar niet voor games. Hij besloot daarom een open brief op te stellen om die ongelijkheid aan te kaarten: “Ik heb het gevoel dat je eerst een publieke discussie moet voeren en een soort kritieke massa moet creëren voordat je ook echt iets gedaan gaat krijgen. Ook speelt mee dat de media recent veel negatief bericht hebben over games, vanuit verslavings- en gokproblematiek bijvoorbeeld. Het is niet verstandig dat dat beeld in de ‘klassieke media’ regeert.”

    Westera sloot zich aan bij de oproep van Sala: “Er was een bottom-up initiatief vanuit de game community dat ik graag vanuit de DGA wilde steunen. We signaleren een inconsistentie zonder nu meteen bij het ministerie ons beklag te doen. Dat genereert publiciteit, zowel in Haagse kringen als ook in de game sector.”

    Groepsgevoel en gemeenschapszin

    In de krant staat alleen de naam van Sala en Westera, maar het het stuk is volgens eerstgenoemde opgesteld met de hulp van tientallen organisaties, game studios en individuele ontwerpers. Die gezamenlijkheid was voor Sala belangrijk: “Voor mij is de winst in iedere geval dat er echt een paar dagen een groepsgevoel is geweest om samen iets te doen. Ik vind dat buitengewoon positief.” Ook Westera ziet het proces zelf als pluspunt: “Zo’n gezamenlijke actie rond onze brief is met name ook van belang om de game community zelf te versterken: die is slecht georganiseerd en er is wellicht te weinig gemeenschapszin.”

    Eerste stap

    Wim Westera verwacht niet dat de oproep gelijk tot concrete resultaten leidt. “Daarvoor is een lange adem nodig,” zegt hij.  “De game sector kan zich qua lobbykracht niet meten met de traditionele AV-media als film en TV, die al decennia aan hun positie hebben gewerkt. We hopen natuurlijk beweging in dit dossier te krijgen zodat er ook voor games een investeringsregeling kan komen. Hoe dan ook is het belangrijk om af en toe onze stem te laten horen.” Hij hoopt wel dat de oproep zal leiden tot een gesprek met het ministerie: “We hebben ook een afschrift gestuurd aan een aantal Tweede Kamerfracties en aan beide ministers [Van Engelshoven en Slob, red] inclusief een verzoek tot overleg.”

    Ook Sala ziet de oproep als eerste stap: “Ik hoop dat het bijdraagt aan het smeden van een bepaalde discours en boodschap die we als industrie naar buiten brengen. We kunnen allemaal verschillende meningen hebben over regelingen en de zin en onzin van subsidies, uiteindelijk zijn we het er wel breed over eens dat games de moeite waard zijn en om aandacht mogen vragen, ook van de overheid en het brede publiek. Er komt een nieuw bestuur van de DGA en vanuit het industrie overleg roert de entertainment tak zich. We kunnen samen met de DGA met een nieuwe energie en een nieuw bestuur de boodschappen van de Nederlandse games industrie de wereld in sturen.”

    Fiscaal voordeel of gamefonds

    Hoe de financiële steun voor de game-industrie vorm moet krijgen is nog open. “De precieze invulling van een games-regeling is de volgende stap,” zegt Westera. “Laten we eerst maar eens kijken of onze visie op voldoende steun kan rekenen. Games zouden kunnen meelopen met de voorgestelde aanpak. Er is ook een parallel te trekken met de fiscale aanpak van de tech-reuzen, zoals voorgesteld door de G20, de OESO en de EC om digitale platforms te belasten op basis van de inkomsten van het platform in het betreffende land.”

    Sala’s gedachten over de manier van financieren: “Ik zie wel wat in een breed gamefonds dat zowel culturele als meer entertainment gerichte games kan ondersteunen. Niet alleen op artistieke basis, maar ook omdat iets economisch levensvatbaar is of op een andere manier de moeite waard. Iets waar de breedte van de industrie iets aan heeft.”

    Wie betaalt de rekening?

    Voor films ligt er een concreet voorstel: bioscopen, streamingdiensten en omroepen moeten betalen voor Nederlandse film- en televisieproducties. Van wie de financiële injectie voor de game-industrie moet komen is nog niet duidelijk. “Dat moeten we uitzoeken,” aldus Westera. “Het gaat nu om een werkbaar principe.”

    “Ik vind het te vroeg om te zeggen, Microsoft of Google of Apple moeten gaan betalen,” zegt Sala. “Het lijkt me dat er ook varianten zijn waarbij het juist ook aantrekkelijk gemaakt kan worden om met Nederlandse studio’s te werken, in plaats van dit indirect af te dwingen via afdrachten. We hebben deze partijen ook hard nodig in Nederland, dus eenzijdig iets opeisen lijkt me niet de weg. Maar laten we eerlijk zijn: het Nederlands Filmfonds en de publieke omroepen worden ook gesubsidieerd. Laten we eens beginnen met een klein percentage daarvan, in samenspraak met de industrie ter beschikking te stellen aan de game-industrie in Nederland. Een minieme fractie van het bedrag dat zij krijgen zou al een enorme transformatie teweeg kunnen brengen.”

    Nieuwsbrief

    OP VRIJDAGMIDDAG KORT NIEUWS EN EEN WEEKOVERZICHT IN JE INBOX. KLIK OP HET PLAATJE HIERONDER OM JE AAN TE MELDENspot_img

    Nieuws en tips

    KLIK OP HET PLAATJE HIERONDER OM TIPS EN NIEUWS MET CONTROL TE DELENspot_img