Gisterenochtend werd ik wakker van een Whatsapp-bericht. Een vriend had net het verhaal van Nathalie Lawhead gelezen over haar vreselijke ervaringen met Skyrim-componist Jeremy Soule, een van zijn helden. Van de kant van mijn vriend geen impulsieve reactie om zijn held te verdedigen. Niet alleen omdat het stuk voldoende bewijs bevat om hetgeen ze zegt te onderbouwen, maar ook omdat hij zich waarschijnlijk realiseert wat voor nare gevolgen het kan hebben om iemand met zoveel bekendheid en zoveel macht openlijk te beschuldigen.
Naar aanleiding van dit verhaal verzamelden meer vrouwen de moed om niet alleen hun verhalen te delen, maar vaak ook de namen van de verantwoordelijken. En dat waren niet de minste namen. Net als in de filmindustrie kreeg binnen de game-industrie #metoo momentum. In film werd na jaren stilzwijgen de beschuldigingen aan het adres van Harvey Weinstein eindelijk serieus genomen. Niet dat het feit dat de machtige producent zich al jaren misdroeg een groot geheim was, maar ineens werden de slachtoffers door velen geloofd én gesteund.
Ook binnen onze industrie lijkt het tij te keren en wordt op de verhalen van de slachtoffers voornamelijk gereageerd met bijval in plaats van twijfel en ongeloof. Net als mijn vriend, lijken mensen zich te beseffen dat je dit soort dingen niet zomaar roept. Zeker niet wanneer het om grote namen gaat. Dergelijke beschuldigingen kunnen, als ze ongegrond zijn, een rap einde maken aan een loopbaan in een ons-kent-ons industrie, om nog maar niet te spreken over de ellende die je op social media waarschijnlijk over je heen krijgt.
Voor de mensen die vinden dat je dit soort problemen niet in het openbaar aan moet kaarten, maar via de ‘officiële’ weg heb ik droevig nieuws. Misbruik draait vaak om macht en angst, en slachtoffers, zeker jonge mensen, durven of kunnen dit vaak niet aankaarten en blijven jaren met nare gevolgen rondlopen. Kijk maar weer eens naar Harvey Weinstein en Bill Cosby.
Tot dusverre heeft geen van de genoemde personen openlijk gereageerd. Mochten ze dit wel doen, dan heb ik een vriendelijk doch dringend verzoek: steun de slachtoffers, niet de daders. Wanneer laatstgenoemden openlijk hun fouten toegeven, prijs ze dan niet voor hun ‘eerlijkheid’ of hun ‘moed’. Deze openheid is voorafgegaan aan vaak jarenlang heimelijk kwalijk gedrag waar ze mensen mee hebben beschadigd. En in tegenstelling tot de vrouwen die uit eigen initiatief hun verhalen delen, worden de daders min of meer gedwongen omdat hun geheim geen geheim meer is Ze ‘one of the good people’ noemen bagatelliseert wat ze anderen hebben aangedaan. Daders zijn niet het slachtoffer van omstandigheden, ze hebben de omstandigheden veroorzaakt.