Dutch Game Garden heeft de resultaten van de Games Monitor 2018 bekendgemaakt. Het aantal bedrijven is gegroeid, maar er zijn weer flink wat bedrijven verdwenen. De omzet in z’n geheel neemt toe, maar niet iedereen profiteert hier van mee. En het aantal studenten is tot onze verbazing weer toegenomen.
Bedrijven en banen
Het aantal door in de monitor getelde bedrijven aan het eind van 2018 bedraagt 575, tezamen bieden zij 3.850 arbeidsplaatsen. Zo’n driekwart van de bedrijven heeft als voornaamste activiteit game development, zij zijn goed voor 2.730 werkplekken. Deze categorie bedrijven is verantwoordelijk voor de grootste groei van werkgelegenheid ten opzichte drie jaar geleden.
De Games Monitor 2015 sprak over 455 game-bedrijven met in totaal 3.030 werkplekken. De nieuwe monitor geeft echter aan dat – op basis van nieuwe kennis en een andere definitie van het begrip game-bedrijven – deze cijfers zijn aangepast naar respectievelijk 515 en 2.880.
Het aantal game-bedrijven is de afgelopen drie jaar totaal met 60 toegenomen, maar dat betekent niet dat er in die periode ook hetzelfde aantal bedrijven zijn opgericht. Tussen 2015 en 2018 startten 185 nieuwe ondernemingen, maar er waren ook 136 game-bedrijven die de deuren sloten of opgingen in een ander bedrijf. Ter vergelijking: het aantal bedrijven dat tussen 2012 en 2015 ophield te bestaan was 110.
Toegenomen omzet
De omzet is in 2018 aanzienlijk toegenomen. In 2015 lag de omzet van de game-industrie nog op 155 tot 225 miljoen euro. De Games Monitor 2018 komt op een bedrag van tussen de 225 en 300 miljoen. Er is echter een groot deel van de industrie dat (nog) niet meeprofiteert van die groei, want meer dan een derde van de bedrijven zet minder dan 50.000 euro per jaar om.
In de Games Monitor 2015 stond dat de winst van de meeste bedrijven bescheiden was (tot zo’n €100.000). In her nieuwe rapport is te lezen dat de winst is toegenomen, maar niet in dezelfde mate als de omzet. Volgens de monitor is dat te verklaren door het feit dat de meeste bedrijven in hun groei investeren en daarom geen toename in winst rapporteren.
Werknemers
Het gemiddelde aantal werknemers per bedrijf is met 7 gelijk gebleven aan 2015. Dat komt door het grote aantal een-pitters en kleine bedrijfjes, ten opzichte van een relatief klein aantal grote bedrijven. Wel is het aantal bedrijven dat tussen de 11 en 100 werknemers heeft met 40 toegenomen ten opzichte ten opzichte van drie jaar geleden..
Van alle personen werkzaam in de Nederlandse game-industrie is 19 procent vrouw. Dit percentage lag in 2012 op 13,5 procent. In 2015 is het aantal vrouwelijke werknemers in de game-industrie niet gemeten.
Banen verdeeld over de regio’s
Amsterdam en Utrecht zijn de grootste groeiers. In 2015 was Amsterdam met 787 arbeidsplaatsen de nummer één van Nederland, Rotterdam lag met 273 arbeidsplaatsen tweede, op de voet gevolgd door Utrecht met 262 banen. In 2018 is Amsterdam nog steeds veruit de grootste en biedt nu werk aan 1.037 personen, Utrecht is met 488 arbeidsplaatsen gestegen naar de tweede plaats. In Rotterdam nam het aantal banen af naar 266 banen, nog steeds goed voor een derde plek.
De werkgelegenheid in de game-industrie in Eindhoven is met een groei van 112 naar 232 banen bijna verdubbeld, terwijl in Groningen het aantal werkplekken terugliep van 101 naar 80.
Opleidingen en studenten
Het aantal opleidingen gemeten in 2018 is gelijk aan het aantal in 2015, te weten 44 stuks. Hiervan zijn 32 opleidingen voltijds. Inhoudelijk is er wel een kleine verschuiving. Het aantal MBO-opleidingen is gedaald van 22 naar 18, terwijl er op universiteitsniveau en HBO-niveau elk twee game-gerelateerde programma’s bij zijn gekomen.
De uitstroom aan game-studenten bedraagt in 2018 totaal 1.152, waarvan er 124 komen van een universitaire opleiding, 677 van het HBO en 351 van het MBO. Van dit aantal zijn er 245 studenten die een opleiding volgden waarvan games slechts een onderdeel zijn. Na aftrek van die groep gaat het in 2018 nog om 907 studenten; in 2015 bedroeg dat aantal 733. De toename is opmerkelijk gezien er al jarenlang fikse discussie is over het aantal studenten ten opzichte van de werkgelegenheid in de industrie.
Studenten worden volgens de monitor echter niet opgeleid voor werkeloosheid. Uit de enquête blijkt dat het grootste deel van de in 2018 afgestudeerden een baan vond – al dan niet in de game-industrie – of een vervolgstudie opgepakt. Een klein deel, 3,5 procent, is een eigen bedrijf begonnen. Er is slechts een klein aantal dat na afstuderen niet aan het werk kan, hoeveel studenten dit betreft staat niet in het rapport.
En dan dit nog…
Van alle bedrijven houdt 52 procent zich met entertainment games bezig, 27 procent werkt aan applied games en 11 procent werkt aan beiden. Qua werkgelegenheid zijn entertainment games goed voor 48 procent van de banen, 35 procent van de werknemers werkt aan applied games, en 7 procent werkt aan beiden.
Voor developers van entertainment games zijn PC en mobiel de meest populaire platforms. Bedrijven die games voor console ontwikkelen doen dat met name voor een bepaalde console. 60 procent van de entertainment games worden gemaakt in Unity, een kwart van alle entertainment studio’s werkt in een eigen engine. De omzet van entertainment game-bedrijven komt gemiddeld voor 76 procent uit het buitenland.
Developers van applied games werken voornamelijk aan games voor educatie of gezondheidszorg; 81 procent van de studios werkt samen met clienten in deze sectoren. Ze ontwikkelen hun games voornamelijk voor PC en iOS en Android telefoons. In 2015 gaf 58 procent van de applied game-bedrijven aan dat een deel van hun omzet van buiten de landsgrenzen kwam. In 2018 groeide dat percentage naar 80 procent. Het aandeel van de buitenlandse omzet is echter beperkt: gemiddeld 25 procent.
De volledige Games Monitor 2018 en de verkorte factsheet versie zijn beiden hier te vinden.
Al het beeldmateriaal: Games Monitor 2018/Dutch Game Garden