Wonder Golf is de eerste free to play game van het Haagse Paladin en na Momonga Pinball Adventures pas de tweede entertainment game. Hoe is de overstap van applied naar entertainment bevallen? Control sprak op Game Connection in Parijs met Derk de Geus.
Met Momonga heeft Paladin zich op de kaart gezet als developer van entertainment games. Een jaar geleden werd episode 1 gelanceerd, maar daarna werd het stil. “Klopt,” zegt De Geus “want episode 2 gaat er helaas niet komen. De game is goed ontvangen, maar het developmentbudget van twee ton is bij lange na niet terugverdiend.” Het heeft ze echter wel wat anders opgeleverd. DeNA zag Momonga bij Develop in Brighton, waar de game op de Indie Showcase stond, en nam contact op met Paladin. Ze zochten een developer voor Wonder Golf, ook een game met een balletje dat in een gat moet, dus de link was snel gelegd.
Het werken met een publisher is goed bevallen. Het financiële risico is heel klein en Wonder Golf heeft Paladin wel geld opgeleverd. Een bedrag noemt hij niet, maar de lach op het gezicht van De Geus spreekt boekdelen. Vroeger was hij huiverig voor publishers, maar deze samenwerking is heel goed bevallen. “Zo goed dat je je bijna af vraagt waarom je het nog alleen zou doen. Het is een beetje een old school model. Alleen publishers moeten nu meer rekening houden met de developer. De verhouding is veel gelijkwaardiger. We konden ook aangeven als we iets een slechte designkeuze vonden. Dat werd niet zomaar van tafel geveegd, maar daar was dan overleg over.”
[yframe url =’http://www.youtube.com/watch?v=W2ZCAvGu-uE’]
Het maken van een free to play game bracht nieuwe uitdagingen met zich mee. Ineens waren De Geus en zijn team bezig met dingen als retentie, soft currency en hard currency, en waar in een game je in app purchases aanbiedt. Ook werd meer gefocust op de sociale aspecten van de game. Maar een free to play game hoeft volgens De Geus niet minder leuk te zijn: “De essentie van een game blijft hetzelfde, namelijk lol. Misschien zit er zelfs wel meer lol in games met sociale elementen en communities. Maar onderschat het maken van een goede free to play game niet. Het is verdomde lastig en dan is een ervaren partner als DeNA heel fijn.”
Aan de kant van DeNA is de samenwerking eveneens goed bevallen, want er komt een vervolg. Hier kan De Geus niet verder over uitweiden. “Dat is dan weer een nadeel van werken met een publisher. Je bent niet vrij om dingen te delen waar en wanneer je wilt.” Waar hij wel over kan vertellen is hoe ze aan ideeën voor nieuwe games komen: “We zijn net begonnen met interne game jams. Iedere maand slaan we twee dagen aan het jammen. Voorheen bedachten we een concept op paper en gooiden er dan een budget tegenaan om dit verder uit te werken. Nu bouwen we in twee dagen een speelbaar prototype. Dan kan je ook echt proberen of het leuk is. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om met dingen als een Oculus of een smartwatch te experimenteren. Uit de eerste jam zijn zes concepten gekomen. Die kunnen we aan een publisher pitchen of zelf uitwerken, maar misschien verdwijnen ze ook wel allemaal in de prullenbak.”
