Omdat er zo veel in Utrecht, Amsterdam en Hilversum gebeurt qua gamedevelopment, zou je bijna vergeten dat er in het noorden des lands ook veel activiteiten plaats hebben. Gamefestival Indie Gameleon, voor de tweede keer georganiseerd door onder andere Mendel Bouman, herinnert ons daar aan. Het evenement is prima opgezet met goede sprekers, maar de showcase valt wat tegen.
Waar het event vorig jaar nog twee dagen duurde en de presentaties, showcase en gamejam gelijktijdig plaatsvonden, duurt Indie Gameleon dit jaar vier dagen. De eerste twee dagen zijn gereserveerd voor presentaties en de showcase, terwijl de laatste twee dagen volop in het teken staan van de gamejam. Hoewel de nadruk voor het festival op het noorden ligt, komen de sprekers vanuit heel het land. Desondanks kwam ik veel nieuwe gezichten tegen, wat een enorm voordeel is voor als je een breed, nationaal netwerk wil opbouwen als aspirant gamedesigner.
De presentaties op dag twee zijn uiteenlopend. Zo vertelt bijvoorbeeld Paladin Studios-oprichter Derk de Geus over hoe het is om een gamesstudio te runnen. Daar tegenover staan minder op praktijk gerichte praatjes, als die van Aran Koning en Herman Groenenboom. Zij vertellen over manieren waarop je crowdsourcing kunt gebruiken in je gamedesign en delen daarin hun ervaringen met de game Please be nice 🙁.
Of Cover Me-bedenker Charlotte Madelon, die voorstelt delen van de wetenschap kwantummechanica te gebruiken als een manier van verhaalvertelling.
Wat?
Yep: in de kwantummechanica behandelen wetenschappers onder andere het verschijnsel dat deeltjes verschijnen en verdwijnen en daardoor niet alleen deze werkelijkheid aanpast, maar ook andere werkelijkheden aanpassen. “Die analogie zouden we kunnen gebruiken om verhalen te vertellen in games”, stelt Madelon. Verhalen ontlenen hun bestaansrecht aan de manier waarop we naar de wereld kijken, “dus door er vanuit te gaan dat dezelfde dingen op verschillende plekken tegelijkertijd kunnen voorkomen, hebben we in elk geval een mooi startpunt.”
Naast de presentaties die je dus aan het denken zetten, zijn er ook twintig games speelbaar in de speciaal ingerichte showcase-kamer van de RKZ-bioscoop in Groningen. Helaas is het niet echt heel uitnodigend ingericht. De kamer is donker, het ruikt er muf en alles staat hutje mutje op elkaar. De herkenbare DGG-kasten zijn niet afgewerkt en nergens staat duidelijk vermeld welke game waar precies speelbaar is. Bovendien staat er ook niet altijd iemand van het ontwikkelteam bij zo’n kast, waardoor ik me niet aan de indruk kan ontrekken dat de showcase op z’n minst een ondergeschoven kindje van het festival is.
En dat heeft zo z’n effect op de sfeer in de kamer. Het is er niet druk en ik kan alles direct spelen; maar omdat het niet echt uitnodigend is, ben ik er ook snel weer weg. De jongens van Speelbaars stonden er wel met hun game Lumini en zij krijgen wederom heel wat complimenten. Flow Studios heeft het wat gezellig gemaakt op de plek: de iPad waar het spel Cat Fight op draait is groot genoeg voor het apparaat en nog een kaars. Kevin de Ligt, van Flow Studios, heeft de ideale setting gecreëerd om het knotsgekke swipe and tap-spel te spelen.
Indie Gameleon heeft dus nog wat winst te behalen, maar in één ding slaagt het zeker: het brengt mensen uit de gamesindustrie bij elkaar. Vanuit heel Nederland welteverstaan, hoewel er meer gamedevelopers uit het noorden aanwezig zijn dan bijvoorbeeld bij Indievelopment. Of je nou uit Utrecht of Groningen komt, maakt niet uit: een bezoekje aan Indie Gameleon kan alleen maar in je voordeel werken. Hopelijk is de showcase volgend jaar beter opgezet.