More

    Nieuws • Applied games centrum geopend in Amsterdam

    Een ochtend vol lofzang. Zo is de opening gisterenochtend van het center for applied games in Amsterdam het beste te omschrijven. Natuurlijk, serious, of tegenwoordig: applied games hebben enorme potentie. Maar deze ochtend met een minister en een heleboel mannen in pak liet weinig ruimte voor een kritische noot.

    Toen ik mijn achttienjarige neef liet weten dat ik minister Henk Kamp van Economische Zaken had geïnterviewd over applied gaming, was z’n reactie: “Had-ie niets beters te doen?” Misschien is het de leeftijd, maar het is een tekenend beeld voor applied games, die vaak door niet-kenners worden gezien als ‘gewone’ games. Games die je speelt voor je plezier, niet om er wat van op te steken – waar die serieuze spellen dus eigenlijk voor gemaakt zijn. Het leeft niet.

    Alleen al om die werkelijkheid is een centraal punt in Nederland voor serious games een goed idee. Het gebouw, gelegen aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam, is een tastbaar goed waar je je wat bij kunt voorstellen. Waar je naar binnen kunt lopen als je vragen hebt en waar straks – als het plan werkt – meer serious, learning en health games vandaan komen. Het moet de voorsprong die Nederland op het gebied van applied games heeft behouden of bevorderen.

    De vooruitzichten zijn prachtig, als we minister Henk Kamp mogen geloven. “Ik denk dat dit centrum dingen te bieden heeft aan de samenleving”, zegt de minister in een interview met Control. “Bijvoorbeeld: we hebben er belang bij dat kinderen met ADHD, met hun beperking, zo goed mogelijk functioneren. Mensen met dementie krijgen zo ook de kans om mee te blijven doen. Slechte gewoontes van mensen, waar de samenleving onder kan lijden, zijn af te leren.”

    Dat zijn natuurlijk mooie doelen, helaas geldt dat de werking van applied games nog onvoldoende is onderzocht. Daar kan dit centrum ook voor dienen. Door krachten van spelontwikkelaars, opdrachtgevers (vanuit de zorg, bijvoorbeeld), investeerders, kenniscentra (TNO, universiteiten) en overheden te bundelen, hopen de partijen op gunstig resultaten. Er gaat ook een hoop geld in, waaronder dat van de overheid. Onduidelijk is echter waar die bijdragen precies naartoe gaan en wie welk bedrag krijgt.

    ‘Den Haag’ investeert twaalf miljoen euro in de creatieve ’top-sector’, waar de gamesindustrie deel van uit maakt. Voor een kleine sector  vindt minister Kamp dit een betekenisvol bedrag. Bovendien, zo geeft Kamp even later aan in een interview met Radio 1, gaat het er niet om hoeveel geld er naar de topsectoren gaat, maar dat er samenwerking georganiseerd wordt. Veel activiteiten op het gebied van applied games zitten nu immers onder één dak in het centrum, dus dat zal wel loslopen — lijkt de gedachte.

    Gelukkig was er ook een moment waarop games wel degelijk centraal stonden. Waar minister Kamp op z’n gemak geïnteresseerde vragen stelde aan aanwezige ontwikkelaars als IJsfontein, MonkeyBizniz en Little Chicken. Waar uit bleek dat de minister begrijpelijk maar helaas niet zo veel verstand heeft van de industrie. Kennis van hoe games ontwikkeld worden is niet nodig om te begrijpen wat het belang zou is van die industrie, maar een term als ‘microtransactie’ was de minister ook niet bekend.

    Aan het eind van de ochtend bleef de vraag een beetje hangen wat nu de meerwaarde van het centrum is, of moet worden. De tijd zal het leren.

    Nieuwsbrief

    OP VRIJDAGMIDDAG KORT NIEUWS EN EEN WEEKOVERZICHT IN JE INBOX. KLIK OP HET PLAATJE HIERONDER OM JE AAN TE MELDENspot_img

    Nieuws en tips

    KLIK OP HET PLAATJE HIERONDER OM TIPS EN NIEUWS MET CONTROL TE DELENspot_img