Alle type misdrijven nemen af, behálve geweldsmisdrijven. Jongeren gamen meer en meer, dus …denkt de politie dat er een causaal verband is en maakt zich grote zorgen over videogames.
Dat was althans op te maken uit de ‘vraag’ (het was in feite een stelling) van een politieman tijdens de discussieavond over games gisterenavond in de Amsterdamse balie. De vraagsteller maakte zich bekend als een van de verantwoordelijken voor het bouwen van serious games binnen de politie en deed op zijn minst voorkomen ook namens de sterke arm te spreken.
(Bekijk het fragment in de video hieronder vanaf 1 uur 43 minuten en 20 seconden, het geluid uit de zaal is overigens wel erg slecht.)
De Volkskrant organiseert samen met de Koninklijke Nederlandse Akademie (sic) van Wetenschappen en NEMO al jaren het Kenniscafé. Gisteren was het dus de beurt aan het onderwerp games, toch al een lastig fenomeen voor de krant — en de host, VK-wetenschapschef Martijn van Calmthout, was duidelijk buiten zijn comfort zone.
Gekozen was voor een panel met drie wetenschappers waar op het laatst gamesmaker Tomas Sala aan werd toegevoegd (ongetwijfeld vanwege dit opiniestuk van zijn hand). In feite kwamen slechts drie onderwerpen aan bod: gamesverslaving, geweld in games (dit tot toenemende frustratie van Ben Schouten) en serious games. Oftwel twee negatieve effecten van games gecompenseerd door één ‘ja maar games doen ook goede dingen’-argument.
Voor een buitenstaander wellicht een logische keuze, maar om eerlijk te zijn: wat hebben serious games in vredesnaam met gamesverslaving te maken? Toch? Nou, panellid Igor Mayer had daar eigenlijk best een aardig antwoord op: als we aannemen dat games op een positieve manier gedragsverandering teweeg kunnen brengen, dan is het niet raar aan te nemen dat ze dat ook op negatieve wijze kunnen.
Tomas Sala van Little Chicken (een bedrijfsnaam die bij Van Calmthout getintel veroorzaakte) toonde zich een uitstekend debater en in staat als geen ander uit te leggen wat nu de kracht van games is, zonder daarbij de verantwoordelijkheden die developers hebben te bagataliseren.
Jeroen Lemmens van de Universiteit van Amsterdam zakte gedurende de avond steeds verder onderuit. Hij vervulde de rol van kritische wetenschapper die waarschuwde voor de gevaren van gamesverslaving. Maar voor een wetenschapper klonk hij af en toe opvallend onwetenschappelijk. Zo bleek hij zijn bewering dat drie procent van de Nederlandse bevolking — een half miljoen mensen! — problematisch verslaafd was aan games, niet anders te kunnen onderbouwen dan met de resultaten van een enquete onder jongeren.
Ben Schouten, hoogleraar in Eindhoven, reageerde een paar keer opvallend stekelig richting Lemmens, maar een echt debat kwam uiteindelijk niet van de grond — wat ook niet echt de bedoeling is van dit soort avonden.
Tegen de tijd dat de politieman aan het woord kwam, zaten de heren (inderdaad, geen vrouw in het panel) reeds een uur en en drie kwartier op hun plek en leken weinig zin te hebben hun argumenten voor een derde keer te herkauwen.
Wat mij betreft blijft het zorgelijk dat een vertegenwoordiger van organisaties als de Nederlandse politie zo makkelijk een causaal verband ziet tussen gamende jongeren en een toename van geweldsmisdrijven. Het toont dat dit soort discussieavonden nog wel even nodig is, vooral daar ze veel publiek trekt van buiten de gamesindustrie.
Of dat over tien jaar nog steeds zo is? Volgens Schouten niet. Op de afsluitende vraag van presentator Van Calmthout hoe de gameswereld er over een decennium uitziet, antwoordde de wetenschapper: “Dan is gamen een normaal onderdeel van de cultuur en bestaan avonden als deze niet meer.”
Bekijk de hele aflevering: