In 1992 kocht mijn goede vriend Ase een SNES met daarbij Street Fighter II. Het was het begin van een langdurige vete over wie zich de ware kampioen mocht noemen. Ase speelde altijd met Ryu en ik koos steevast Ken. Een dag kon ongemerkt overgaan in avond en daarna wegglijden in de nacht als we eenmaal de titanenstrijd uitvochten. Wie uiteindelijk won? Maakt dat echt uit? In mijn gedachten was ik het die meestal winnend afsloot, maar ik heb net even gecheckt met Ase en die moest heel hard lachen toen ik ‘m dat vroeg.
Street Fighter is een bijzondere game. Eentje die handelingssnelheid paart aan een diep strategisch inzicht. Zeker als je je tegenstander goed kent, kan dat resulteren in intense gevechten waarvan de uitkomst tot de laatste klap of schop onzeker is. Grappig genoeg zijn buttonbashers ook niet helemaal kansloos, zodat ongetrainde spelers zich wel durven wagen aan een potje. Street Fighter introduceerde special moves en combo’s die het kijken naar een match van experts zo’n adembenemend schouwspel maken.
Na een paar maanden regelmatig Street Fighter II spelen op de SNES, voelde ik me zelfverzekerd genoeg om het eens te proberen in de plaatselijke speelhal. Ook daar was Street Fighter II een hit en stonden altijd drommen mensen rond de kasten. In de overzichtelijke wereld van de arcades geldt: Winner Stays On en de uitdagers leggen een gulden in de rand van het beeldscherm om aan te geven dat zij de volgende uitdager zijn. Die dag had ik een broekzak vol guldens gereserveerd voor mijn glorieuze klim naar de top van de Street Fighter-foodchain. Maar goed. Het liep anders. Elke special move die ik eruit perste werd lachend gepareerd en met eenzelfde overduidelijk gebrek aan moeite werd ik keer op keer verslagen. Ontluisterend. Ik nam me voor nooit meer Street Fighter in de arcades te spelen.
Dat hield ik jaren vol, totdat ik in 2008 in Tokio was voor de Tokyo Game Show. Dat jaar was de langverwachte Street Fighter IV uitgekomen in de speelhal. De trailers online toonden ongekend soepele animaties en een gedurfde nieuwe artstijl. Die game moest en zou ik spelen. Een bezoekje aan de arcade leerde al snel dat heel Tokio er zo over dacht. Lange rijen met Street Fighter IV-kasten omringd met spelers en toeschouwers die luidkeels meeleefden. Ik keek mijn ogen uit. In Amsterdam was de laatste speelhal allang ten prooi gevallen aan de oprukkende gokkasten, maar hier leefde het nog. De ruimte knetterde van opwinding. Als ik dan toch nog eens gedroogd moest worden, dan maar hier. En ja natuurlijk werd de vloer met me aangeveegd, maar het was een veel mildere ervaring dan de vorige keer. Alleen al omdat mijn tegenstander me niet uitlachte, maar toelachte. Toch? En met een kleine buiging van het hoofd aanvaardde ik mijn verlies.
Kortom, die Street Fighter wordt nu geëerd met een eigen collectie bij digitale kunsthandel Cook & Becker. Met werk uit 25 jaar Street Fighter van artists als Akiman, Kinu Nishimura en Ikeno. Alle kunstwerken komen met een handtekening van Streetfighters Executive Producer Yoshinori Ono. Check hier voor de collectie en prijzen. In 2014 komt een tweede collectie beschikbaar bij Cook & Becker.