More

    Feature • De Vlaamse gamesindustrie: geen sprookje

    Woolfe_Poster

    Eigenlijk is het vreemd. We delen een taal (Nederlands) en een passie (games), maar toch zijn er weinig banden tussen de Nederlandse en Vlaamse gamesindustrie. Belangrijkste reden is wellicht een eenvoudige: we kennen elkaar niet.

    Control wil helpen dat te veranderen. De eerste aanzet daartoe is dit verhaal, waarin we een beeld proberen te schetsen van de Vlaamse gamesindustrie. En dat is niet makkelijk. Vlaanderen kent bijvoorbeeld geen Gamesmonitor, het onderzoek zoals onlangs in Nederland is uitgevoerd door onder andere Taskforce Innovatie, DGA, het wetenschappelijk instituut TNO en Control.

    Om toch enigszins een idee te vormen van de grootte kregen we inzicht in de ledenlijst van FLEGA, de Flemish Games Association – inderdaad, de tegenhanger van de Dutch Games Association. Deze branche-organisatie is vorig jaar opgericht op initiatief van de industrie zelf. Het aantal leden bedraagt momenteel 47, waarvan de helft studio’s – evenredig verdeeld naar serious en entertainment games. De overige leden zijn organisaties, opleidingen en interactieve reclamebureaus. (Andere Vlaamse bronnen spreken van 42 dedicated gamesbedrijven in héél België.)

    Overigens wil dit uiteraard niet zeggen dat het aantal Vlaamse studio’s ook precies 42 is. Ter vergelijking: Nederland telt 330 bedrijven die hun omzet voor minimaal 50 procent uit games halen, 275 daarvan zijn ontwikkelstudio’s. Het aantal DGA-leden bedraagt ruim honderd, waarvan een deel niet-studio’s.

    Internationale spelers

    Nederland telt inmiddels verschillende (entertainment) studio’s die bekend zijn over de landsgrenzen: denk aan Guerrilla Games (Killzone), Vanguard Games (Halo: Spartan Assault), Ronimo Games (Awesomenauts) en Vlambeer (Ridiculous Fishing). Dat rijtje groeit gestaag, zo scoorde Abbey Games onlangs een eerste wereldwijde hit (Reus) en wist ook Digital Dreams de wereldpers te boeien met een eerste demo van zijn Metrico. En dan zijn er nog de studio’s die onder consumenten minder bekend zijn, maar wel degelijk internationale spelers zijn. Denk bijvoorbeeld aan Spil Games met zijn miljoenen bezoekers op casual games portals en Nixxes dat technisch hoogstand werk leverde voor titels als Tomb Raider en Deus Ex Human Revolutions.

    En zo zijn er nog wel meer namen te noemen, maar mijn punt is dit: eenzelfde rijtje maken met Vlaamse studio’s is schier onmogelijk. In feite komen we niet verder dan Larian Studios (zie het interview met oprichter Swen Vincke) en het eigenzinnige indie duo Tale of Tales.

    [pullquote align=”right”]Een gamesstudio oprichten in België voelt dan ook aan als het beklimmen van de Mount Everest met skilatten.[/pullquote]Voor dat verschil zijn tal van oorzaken aan te wijzen, maar bij een rondvraag onder Vlaamse studio’s zien we een opvallende gelijkgestemdheid: het vestigingsklimaat.

    Mount Everest met skilatten

    We stelden de vraag “Heeft Vlaanderen een goed (economisch) klimaat voor een gamesstudio?” “Neen”, is het duidelijke antwoord van bijvoorbeeld Karel Crombecq van tweemansformatie Sileni Studios. “Het Vlaams Audiovisueel Fonds heeft vorig jaar een gamessubsidie in het leven geroepen en dat is in ieder geval een enorme steun. Maar deze subsidie heeft nog een hele hoop kinderziektes, waardoor ze niet erg interessant is voor veel projecten – zo moet het spel in het Nederlands opgeleverd worden. Toch zijn we blij dat we als één van de weinig entertainment-bedrijven een stevige subsidie hebben gekregen voor Castle Quest via deze weg. Verder is er zo goed als geen ondersteuning van de overheid, noch van de scholen die game-gerelateerde opleidingen aanbieden. Een gamesstudio oprichten in België voelt dan ook aan als het beklimmen van de Mount Everest met skilatten.”

    Martijn Holtkamp van Crazy Monkey Studio (studiogrootte: acht man) deelt die mening: “Veel gamesstudio’s hier zijn het ermee eens dat Vlaanderen een uitermate onvriendelijk klimaat heeft voor de gamesindustrie. FLEGA en enkele andere initiatieven zijn nu wel bezig het een beetje te verbeteren, maar het is nog altijd uiterst moeilijk voor een Vlaamse studio om snel te groeien en uit te blinken. In Vlaanderen wordt de gamesindustrie vaak niet serieus genomen. Er is nog een lange weg te gaan. Het is aan ons, de Vlaamse industrie, om ons goed te profileren, en om België uiteindelijk toch op de internationale game-kaart te zetten.”

    De meeste ondervraagde studio’s zijn gematigd positief over het eerder genoemde Gamefonds van het VAF dat een maximum bijdrage kent van 150 duizend euro – wel is er kritiek op de voorwaarden. Ook zien de meeste studio’s een lichtpunt in de komst van FLEGA, dat stilaan een steeds actievere rol speelt.

    [pullquote align=”right”]Over de gehele Eurozone gezien ligt de uurprijs voor werknemers in de dienstensector zelfs 46 procent boven het gemiddelde.[/pullquote]De belangrijkste drempel zijn echter de loonkosten: België is het duurste land in de Eurozone voor werkgevers. Volgens Eurostat, het cijfertjesbureau van de EU, zijn de loonkosten in België 16 procent hoger dan in Nederland (en ter vergelijking, 22 procent hoger dan in Duitsland). Over de gehele Eurozone gezien ligt de uurprijs voor werknemers in de dienstensector (waar de gamesindustrie in deze indeling onder valt) zelfs 46 procent boven het gemiddelde.

    Uit onderzoek van het Vlaamse De Tijd blijkt dat in een veelvoorkomende scenario, de werknemer minder dan 34% van de totale loonkosten op zijn bankrekening ziet verschijnen. Swen Vincke, oprichter van Larian Studios, noemt dit in het Control-interview “het grootste struikelblok voor Vlaamse gamesstudio’s”.

    Pepijn Rijnders van Sakari Games is weliswaar vol lof over het Gamefonds, maar ook hij vindt België belastingtechnisch ‘een totale ramp’. “Als je hier een studio opent, zorg dan maar dat je een boekhouder hebt die vrienden is met de mensen van de BTW-controle. Tevens is de sociale bijdrage hier echt ridicuul hoog.”

    Tot slot Sven van de Perre, voormalig journalist en mede-oprichter van Monkube: “Nergens anders is de last op lonen hoger, de belastingen op het bedrijf zelf zijn ook torenhoog en we lopen ook erg achter op het vlak van studierichtingen gericht op game-ontwikkeling en algemene kennis. Maar, daar wordt aan gewerkt en Monkube helpt daar met plezier aan mee. De underdog positie ligt ons als Belgen wel.”

    Aanbod aan opleidingen

    Over die opleidingen waar Van de Perre het over heeft: waar Nederlandse studenten op alle niveaus terecht kunnen voor game-gerelateerde studies, is het aanbod in Vlaanderen vooralsnog mager.

    Jeroen Janssen van LifeLabs daarover: “We hebben twee opleidingen in Vlaanderen die specifiek gericht zijn op games: MAD in Genk (Media Arts Design faculty, red.) en DAE in Kortrijk (Digital Arts & Entertainment, onderdeel van Howest). Aanstormend geweld genoeg dus, al staan de opleidingen nog wel wat in kinderschoenen.”

    Volgens Elke Gielkens van GriN (opgericht in 2002) is er misschien zelfs een ‘overaanbod aan talent’. “Echter, er bestaat ook twijfel over de kwaliteit van al dat creatieve geweld. Iedereen wil games maken en sinds zeven jaar zijn er specifieke opleidingen die zich richten tot onze industrie. Hierdoor creëert men uiteraard een grote lading aan potentiële werknemers, maar door het lage aanbod aan vacatures in Vlaanderen kan men zich moeilijk specialiseren en is er weinig diversiteit. Voor een werkgever is het dan soms moeilijk de juiste mensen te vinden voor de juiste job.”

    [pullquote align=”right”]Er is zo goed als geen ondersteuning voor vanuit de overheid, of de scholen zelf.[/pullquote]Ook Karel Crombecq van Sileni Studios vraagt zich af of de afgestudeerden ‘goed genoeg zijn voor het echte werk’. “Maar”, voegt hij daar aan toe, “ik geloof dat er de laatste jaren wel een enorme opgang is van afgestudeerde, getalenteerde en gemotiveerde mensen en de toekomst ziet er dan ook goed uit. Helaas eindigen de meesten van hen buiten de gamesindustrie. Een gamesstudio oprichten in België is immers nog altijd enorm moeilijk en er is zo goed als geen ondersteuning voor vanuit de overheid, of de scholen zelf.”

    En precies hier ligt het grote verschil met de Nederlandse situatie van pakweg vijf jaar terug. Ook hier stroomden toen de eerste game-studenten de markt op en was er relatief weinig ruimte voor hen. Velen zijn inmiddels een eigen studio begonnen – wat afgaande op de verhalen van de Vlamingen in Nederland een stuk eenvoudiger is. Daarbij komt dat de overheid op een cruciaal moment de portemonnaie heeft getrokken voor initiatieven als de Dutch Game Garden. Dit heeft geleid tot een stevige groei, met name aan de onderkant, die nu al een aantal jaren voortduurt.

    Zijn er dan geen incubators in Vlaanderen? Jawel. Jeroen Janssen (LifeLabs) somt ze op: “Je hebt drie game incubators: De Hoorn in Leuven, waar we zelf gevestigd zijn samen met onder andere Monkube en Vliegwerk. C-Mine in Genk en 3D Square in Kortrijk.”

    Probleem van deze incubators is dat ze óf over te weinig budget beschikken om echt impact te hebben, óf ze een opstarttraject van jaren doorlopen, zoals C-Mine.

    Ondanks de veelheid aan kritiek, zijn de meeste developers juist optimistisch waar het de toekomst betreft van de de Vlaamse gamesindustrie.

    Unieke games

    Kevin Haelterman bijvoorbeeld, Co-Founder en Designer van LuGus Studios: “Wij denken dat er voor alle soorten games nog veel potentieel is in Vlaanderen, maar dat de serious games-markt momenteel de grootste groeikansen geeft. Wij geloven sterk in de digitalisering van de educatieve wereld en de media wereld waar ‘transmediaal’ een echt buzzword is geworden.”

    Sven van de Perre (Monkube): “Kleine flexibele indie-studios, met een lage kostenstructuur, goede businessmodellen en unieke games, dat is waar België zich op moet richten. Niet op een Guerrilla-achtige mastodont van eigen bodem.”

    Michaël Samyn van Tale of Tales ziet de groei eerder in een inhoudelijke cultuuromslag: “[Waar de groeikansen liggen] is nogal evident: het gebruik van het videogames medium als een echt entertainment medium, niet beperkt door de eeuwenoude enge tradities van spelletjes. Er is gigantisch potentieel hier en ook een fantastische opportuniteit gezien de beperkingen van de oude media. Voor een industrie die stoer doet over haar commercieel succes is het voor ons onbegrijpelijk dat ze haar doelgroep beperkt tot liefhebbers van kinderlijke spelletjes.”

    Niet stilstaan

    Elke Gielkens van GriN is ronduit positief over de ontwikkelingen: “De industrie in België heeft nu enkele mooie jaren achter de rug met een sterke vooruitgang. Mede dankzij de steun van FLEGA en het Gamefonds. Nu is het moment niet stil te staan bij deze goede prestaties, maar door te bijten en te blijven werken aan een markt die nog ontzettend veel potentieel heeft om te groeien.” •

    Dank aan alle Vlaamse studio’s die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze cover-story.

    [badge style=”blue”]Lees ook: Interview met Swen Vincke, oprichter Larian Studios[/badge]

    Nieuwsbrief

    OP VRIJDAGMIDDAG KORT NIEUWS EN EEN WEEKOVERZICHT IN JE INBOX. KLIK OP HET PLAATJE HIERONDER OM JE AAN TE MELDENspot_img

    Nieuws en tips

    KLIK OP HET PLAATJE HIERONDER OM TIPS EN NIEUWS MET CONTROL TE DELENspot_img