Het is het jaar 2011. De datum is 7 juni. Het is vijf uur in de middag. Ik zit gespannen te wachten op de Nintendo E3 persconferentie waar ze onder andere hun nieuwe console aankondigen. Pak ‘m beet een uur later heeft de hele wereld kennisgemaakt met de opvolger van de Wii: de Wii U. Ik ben laaiend enthousiast. Serieus, een controller met een groot beeldscherm waarmee ik digitaal dingen naar mijn TV kan gooien. En ik kan zo overschakelen op de gamepad en daar verder spelen zonder televisie. Dat wil ik! En wel nu!
We zijn ruim een jaar verder. Het is 30 november 2012. De Nederlandse launch date van de Wii U. Tussen de aankondiging en de lancering is mijn enthousiasme wat afgenomen. De techniek heeft zich verder ontwikkeld en draadloze interactie tussen verschillende devices is al lang niet meer zo nieuw. Toch koop ik de Wii U. Gewoon uit nieuwsgierigheid en omdat ik wil proberen hoe Assassin’s Creed III met de grotere map op de Gamepad speelt. De eerste kleine teleurstelling komt bij het spelen van Nintendoland. Mijn Mii is in een aantal tentjes niet welkom, omdat ik alleen ben en de games met twee of meer mensen gespeeld moeten worden. Een tweede, wat grotere, teleurstelling volgt bij het spelen van Assassin’s Creed. De map op de gamepad is een plus, het soepel wisselen van wapens ook. Maar ik ben zo gewend aan het spelen op mijn PS3 en de afstand tussen mijn right stick en het driehoekje en vierkantje, dat het vaak misgaat wanneer mijn rechterduim tast naar de X of Y button op de Wii U-controller. Gevolg: schieten wanneer je stilletjes wil assassinaten en dat is uitermate onhandig. En voor het spelen van AC III heb ik toch echt mijn tv nodig.
We schrijven het jaar 2013. De datum is 31 juli. Uit kwartaalcijfers van Nintendo blijkt dat in de maanden april, mei en juni wereldwijd slechts 160.000 units van de Wii U zijn verkocht. Dat kan je niet eens meer een tegenvaller noemen, dat is een regelrecht klap in je gezicht. Dat doet me denken aan mijn Wii U. Assassin’s Creed III heb ik nog steeds niet uitgespeeld en Nintendoland is al een tijdje het doosje niet meer uit geweest. Mijn nieuwe glimmend zwarte Nintendo console staat voornamelijk stof te vangen. Net als mijn Wii, mijn DS en mijn 3DS. Allemaal apparaten waar ik in eerste instantie heel blij mee was. Mijn DS heb ik bijna letterlijk aan flarden gespeeld, maar dat was wel in het pre-App Store tijdperk. Toen viel er nog niet veel te gamen op mijn telefoon en de iPad bestond nog niet. Ik ben inmiddels zo verwend met mobiele games die tussen de nul en drie euro kosten dat het een steeds hogere drempel wordt om bijna 40 euro voor een DS titel neer te tellen. Ook heb ik mijn telefoon altijd bij me en die DS is toch wel een beetje lomp voor een handtas…
En plots realiseer ik me waarom al mijn Nintendo hardware zo verloren in een hoekje ligt. Het voelt allemaal een beetje achterhaald. Nintendo innoveert, zeker. En keer op keer ben ik enthousiast over hun nieuwe ideeën. Maar die ideeën hebben beperkte houdbaarheid. Let wel, ik hou van Nintendo en waarschijnlijk ben ik over hun volgende console/handheld weer even enthousiast. Maar toch moet ik met enige pijn in mijn hart concluderen dat Nintendo op dit moment zijn blue ocean bevaart met een charmant, maar toch echt verouderd zeilschip.