GOC directeur Henk Vermeulen reageert op de berichtgeving in de Volkskrant en Control: “Schoolverlatersonderzoek laat zien dat in de afgelopen jaren leerlingen van deze [game] richtingen allemaal relatief snel een baan vonden.”
GOC voert regelmatig onderzoeken uit op het gebied van personeelsontwikkeling onder de diverse sectoren van de creatieve industrie. Enerzijds op verzoek van overheid en branches, en anderzijds als ondersteuning voor het maken van beleid.
GOC heeft het Verwey Jonker Instituut recent gevraagd een onderzoek uit te voeren in de gamebranche, gericht op het signaleren van mogelijke knelpunten in de sector op het gebied van personeelsontwikkeling. Bedoeld om onze rol — het ondersteunen van bedrijven en scholen in hun zorg voor goed personeel — goed uit te voeren. De resultaten van dit onderzoek zijn bedoeld voor interne GOC doeleinden. Om mogelijk interessante informatie uit het onderzoek niet verloren te laten gaan en deze in een groter verband te plaatsen zijn al in een eerder stadium gesprekken gevoerd met onder meer het onderzoeksconsortium van o.a. TFI, iMMovator, TNO, DGA en Control, om onze onderzoeksresultaten geanonimiseerd met hen te delen zodat het kan bijdragen aan het uitgebreide onderzoek wat op dit moment in voorbereiding is.
GOC speelt ondermeer een rol als het gaat over bijvoorbeeld het aantal leerlingen. In onze recent verschenen publicatie Gaming in Cijfers geven we een toelichting op de toekomstige aanwas voor de sector. In het mbo onderwijs leren op dit moment 334 leerlingen voor Gamedeveloper en 913 leerlingen voor Game artist. Dit is verdeeld over 4 leerjaren. Daarbij stroomt 60% van deze leerlingen door naar het hbo. Dit betekent dat de komende 4 jaren gemiddeld tussen de 150 en 200 werknemers voor de branche bijkomen vanaf de mbo scholen. Schoolverlatersonderzoek laat zien dat in de afgelopen jaren leerlingen van deze richtingen allemaal relatief snel een baan vonden, al zij het niet allemaal binnen gamebedrijven. Banen worden ook gevonden in aanpalende sectoren waar door gamification en de behoefte aan personeel met brede creatieve competenties een plek voor ze te vinden is.
In het artikel wordt ook het risico genoemd van ZZP’ers. Wij beschouwen ZZP’ers niet als een gevaar. Juist in de creatieve industrie zijn tijdelijke verbanden van creatieven, al dan niet tijdelijk in dienst van een grotere onderneming, een van de redenen waarom de creatieve industrie flexibel kan inspelen op de marktvraag. Zo zijn er bepaalde branches in de creatieve industrie waar ZZP’ers de norm zijn en vaste contracten een uitzondering. Opmerkingen hierover en over bijvoorbeeld subsidies door de overheid laten we verder voor rekening van de Volkskrant.
In het Control artikel worden vragen gesteld over de juistheid van gegevens. Het Verwey Jonker Instituut heeft voor het onderzoek gebruik gemaakt van bestaande cijfers over de branche. Cijfers die op dit moment voor veel onderzoeken, ook die van GOC, als basis worden gebruikt. We zijn het met de redactie eens dat er door verschillende oorzaken, waaronder de snel veranderende situatie in deze branche die volop in ontwikkeling is, nog veel onbekend is. Om die reden kijken we dan ook uit naar de resultaten van het lopende onderzoek van het eerder genoemde onderzoeksconsortium.
–Henk Vermeulen – directeur GOC