‘You entered MIT’, riep een student tegen me toen ik een paar maanden geleden in Boston de campus van het Massachusetts Institute of Technology (of MIT-land zoals ze het zelf noemen) op liep. De wieg van de eerste computergame ever (Spacewar, 1962) stond in MIT-land. Overigens ook die van Hypertext, GPS, de fax en de spreadsheet (om maar eens wat te noemen). Spacewar was het resultaat van een hack (een term die overigens ook daar ontstond). Steve Russel en andere leden van MIT’s Tech Model Railroad Club (TMRC) gebruikte de dure mainframe computers van de universiteit om er in de avonduren treintjes mee te laten rijden en andere gein mee uit te halen. En zo, haast per toeval ontstond iets dat zou uitgroeien tot een miljardenindustrie en een van de belangrijkste culturele fenomenen van onze tijd.
Vijf ontwikkelaars, zonder budget en zonder marketing campagne zetten de hele gamesindustrie te kakken.
In mijn werk houd ik me onder andere bezig met de vraag hoe je een ecosfeer creëert waarin zin- en betekenisvolle innovatie ontstaat. Waar, in welk klimaat en hoe wordt de game van de toekomst uitgevonden? Ik was op het MIT om een bezoek te brengen aan hun Gamelab. Met alle respect (met name voor de geschiedenis) maar it won’t happen there (anymore). Waarom niet? “We’ve been missing the dark matter of innovation”, stelde Eric von Hippel (MIT) recentelijk tegenover de New York Times. “People innovate, not labs.” Con- of prosumers zijn van veel wezenlijker belang (geworden) in het ontdekken- en in elkaar hacken van nieuwe toepassingen dan R&D labs met miljoenen budgetten. Recentelijk ben ik verslingerd geraakt aan Minecraft (en inmiddels met mij zo’n 10 miljoen spelers). Vijf ontwikkelaars, zonder budget en zonder marketing campagne zetten de hele gamesindustrie te kakken. Het geheim achter Minecraft is dat het een open ecosfeer is waarin spelers zelf vrij kunnen bouwen, delen, hacken. (If you lost me -> google: 16-bit ALU theinternetftw). Een game als innoverende omgeving. Minecraft is het MIT-land van de toekomst. Waarom niet?
Jeroen van Mastrigt
Oud-lector hku
Verschenen in Control #26