Pas achteraf besefte ik dat de bibliotheek-achtige stilte in de lobby van het Amsterdamse Krasnapolsky Hotel had plaatsgemaakt voor een steeds luider aanzwellend geroezemoes.
Ik zat daar op 11 september 2001 met een collega en een vertegenwoordiger van een Israëlisch tech-bedrijf. In die tijd was mijn functie Online Uitgever voor het toenmalige KPN Games — dat klinkt overigens groter dan wat het was: een uitgeverij van een aantal gamesbladen. We waren geïnteresseerd in de techniek die de Israëliërs zelf een ‘digi-cutter’ noemden. Het concept leek sterk op de methode waarmee het Nederlandse Kalydo op dit moment successen boekt. Je knipt een spel op in honderden kleine fragmenten en de gebruiker downloadt om te beginnen alleen de executabel en (een deel van) het eerste level. De rest van het spel wordt binnegehaald tijdens het spelen.
Het was een voor die tijd veelbelovende oplossing voor het grootste probleem van digitale distributie: de (te) lange download-tijd. KPN Games zou een soort reseller worden, waarbij we de klanten binnenhaalden via advertenties in onze bladen. Het sloot naadloos aan bij de reden waarom KPN in vredesnaam een uitgeverij van gamesbladen had gekocht. De telecom-reus had de lijntjes en wilde nu zelf diensten over die lijntjes aanbieden.
Als ik het me goed herinner spraken we over games als C&C Red Alert 2, Black & White en een toen recente Tombraider. De discussie over het voor ons totaal niet aantrekkelijke financiële voorstel, kreeg een soundtrack in de vorm van Nokia sms-deuntjes die klonken uit steeds meer broekzakken van andere gasten in de lobby.
Ook bij onze gesprekspartner was het raak. Hij las het berichtje en deelde ons vervolgens op emotieloze toon mee dat er twee vliegtuigen waren geramd in het WTC in New York. Het kan zijn dat hij niets in de weg liet staan van een mogelijk deal of dat hij als Israëliër was gewend aan terrorisme, maar prompt wilde hij de discussie voorzetten. “As I was saying…”
Mijn collega en ik hadden de interesse in opgeknipte-snel-downloadbare games even helemaal verloren. Toen ik om me heen keek, zag ik werkelijk iedereen in de lobby met een telefoon aan zijn oor. Achter de balie drukte een van de hotel-medewerkers verwoed op de F5-toets in een poging NU.nl te laden — de lijntjes van onze werkgever waren overbelast, het internet lag plat.
Iedereen die wat informatie had, deelde dat met de andere gasten. En die flarden maakten duidelijk dat er niet slechts twee vliegtuigen in de torens waren gecrasht, maar dat die 400 meter hogen New Yorkse iconen zelfs waren ingestort.
We kapten het gesprek af en sprongen in een taxi. Ik vroeg me af hoe zoiets eruit zou zien: een groot vliegtuig dat in een wolkenkrabber crasht. Instortende torens. Een New York zonder het WTC.
CNN en BBC World News beantwoordden die vraag tot laat in de avond.
De financiële nasleep van de aanslagen had ondermeer tot gevolg dat grote ondernemingen zich weer gingen richten op hun core business. Zo ook KPN. Elke tak die niet direct te maken had met telecommunicatie ging in de etalage. Wij kregen de vereniging HCC als nieuwe eigenaar. En die club was niet geïnteresseerd in de Israëlische techniek. Nederlandse PC-gamers bleven veroordeeld tot lange download-tijden of de winkel.
Het is natuurlijk wat triviaal, maar voor mij is 9/11 dus nog altijd verbonden aan digitale distributie van games. Niet voor mijn collega. Hij verloor die dag een goede vriendin.
Lees ook: [Column] Mijn 9/11: De geboorte van een tijdschrift tijdens het Einde der Tijden