Het had een post mortem moeten worden van Super Meat Boy, maar soms lopen zaken anders. Heel anders. In het programma staan Tommy Refenes en Edmund McMillen aangekondigd. Refenes staat echter alleen op het podium. McMillan is er niet. Hij is op reis. Maar dat is toch niet helemaal de waarheid, zo blijkt later in de sessie.
Tekst: Alessandra van Otterlo
Echt voorbereid zijn de heren niet. “Development is iets heel persoonlijks en dat is moeilijk te beschrijven”, is een van de eerste gedachten die Refenes het publiek meegeeft. McMillen, die deelneemt via Skype, bevestigt dit, terwijl hij zijn dikke zwarte kat van zijn schoot gooit. Kat? Was hij niet op reis? Nee, hij zit gewoon thuis geeft hij toe. Niet omdat hij niet op de GDC wil zijn, maar omdat hij het niet aankan. Te veel stress.Â
In eerste instantie doen ze nog een poging om het te hebben over de game. Ze vertellen hoe ze elkaar leerden kennen en hoe ze begonnen aan Meat Boy. Een spel waar McMillen zelf in eerste instantie overigens weinig in zag. Maar snel gaat het verhaal het over gevoelens en onzekerheden. Die van hunzelf. Het is misschien onverwacht, maar voor de mannen achter Super Meat Boy zijn events als de GDC redelijk zenuwslopend.
Lelijke baby
Ze blikken terug op de GDC 2010. Weken van slapeloze nachten. In eerste instantie omdat ze niet wisten of hun inzending een IGF-nominatie zou opleveren. Toen de nominatie een feit was sloeg de twijfel opnieuw toe. Met name McMillen had grote bedenkingen: “Stel dat de game, onze baby, een lelijke baby is en iedereen ziet dat, behalve wij…” Hoewel ze pogingen blijven doen om terug te kijken op de meer technische en zakenlijke aspecten van het proces, domineren de ontboezemingen over hun gevoelens het verhaal. Over Meat Boy zelf horen we niet veel, anders dan dat het origineel, een Flash game, in drie weken is gemaakt. Het gebrek aan geld waardoor ze zich geen Wii-dev kit konden veroorloven en het feit dat het ze een hele hoop tijd en moeite heeft gekost om uiteindelijk Microsoft te overtuigen van de potentie van de game. Verder gaat het over boze dromen, over bugs en over onzekerheid.
Goed voelen
Gelukkig is er aan het einde van de sessie ook nog leuk nieuws. De Steam-versie heeft beter verkocht dan de Xbox-editie. En er is een retail-versie in de maak, waarvan McMillan de box van de Walmart versie laat zien. Super Meat Boy zal helaas niet uitkomen op de Wii. De game is te groot voor Wiiware en aan een Wii boxed editie wil niemand op dit moment beginnen. Refenes en McMillan zijn nog wel aan het kijken naar een port voor de DS. “We doen wat goed voelt”, sluit McMillen af. Gevoel. Een onverwacht belangrijke factor van deze ongebruikelijke maar toch interessante post mortem.
Of was het allemaal een grap…?