Niet de inhoud van games maakt bepaalde jongeren agressief, maar maar de interne en externe conflicten die voortkomen uit hun verslaving maakt hen agressiever. Hun overmatig gamen vertoont bijna alle kenmerken van een verslaving, die voortkomt uit hun sociale isolement. Dit is de conclusie van J.S. Lemmens, die vorige week woensdag promoveerde tot doctor in de communicatiewetenschap. Wij spraken met hem over zijn bevindingen.
Wat heeft u precies onderzocht?
We hebben 851 jongeren tijdens een schooljaar gevolgd en hen vragenlijsten voorgelegd. Een kleine groep daarvan, twee tot vier procent, bleek bijna alle kenmerken van een verslaving aan gamen te hebben. Bij hen kwam ook meer agressief gedrag voor. Het bleek dat deze kleine groep eenzamer was, minder sociale vaardigheden en weinig zelfvertrouwen had. Ze probeerden die gevoelens weg te drukken door voornamelijk online games als World of Warcraft, Runescape en Call of Duty te spelen.
Maakte de inhoud van de games deze jongeren agressief?
Nee, het heeft niets met de inhoud van de games te maken. Het gaat er om dat zij door middel van online gamen proberen het gat van hun sociale isolement te vullen. De agressie komt veel meer voort uit conflicten die dankzij dat overmatig gamen ontstaat. Zoals bijvoorbeeld ruzie in het gezin als ze niet meer mogen gamen. Maar ook bleek uit onze vragenlijsten dat ze eerder neigden naar fysiek agressief gedrag.
Maar is dat agressieve gedrag nou echt iets dat door het gamen komt, of komt het voort uit hun eenzaamheid? Hadden ze bij bijvoorbeeld gokverslaving niet hetzelfde gedrag vertoond?
Dat hebben we helaas niet onderzocht, maar ik vermoed dat dit wel zo is. Nogmaals: het is niet zo dat games die jongeren agressief maken. Het zijn ook niet vaak games waar het draait om overmatig geweld, maar juist om online spellen die de gamers een vervanging van sociale contacten bieden.
Gameverslaving wordt niet beschreven in de medische literatuur. Bestaat het eigenlijk wel?
Als je kijkt naar de symptomen van een verslaving, dan zie je die nagenoeg allemaal terug bij deze kleine groep jongeren. De belangrijkste signalen zijn compulsief en overmatig gamen, en ondanks de problemen die hieruit voortvloeien niet willen of kunnen stoppen. Dat zijn exact dezelfde signalen als bij bijvoorbeeld gokverslaving.
Gaat het om veel jongeren in Nederland die verslaafd zijn aan gamen?
Van onze onderzoeksgroep van 851 scholieren bleek 2 tot 4 procent die verslavingskenmerken te hebben. Die speelden zeven dagen per week meer dan vier uur per dag. Aangezien de onderzoeksgroep zeer divers is, durf ik dat percentage wel door te trekken naar alle jongeren. Dan gaat het om een relatief kleine groep die echt problemen heeft, maar in absolute aantallen zijn dat wel veel jongeren die hulp nodig hebben.
Hoe moeten die jongeren geholpen worden?
Ik ben geen hulpverlener, maar ik denk dat deze kleine groep vooral geholpen moet worden om weer in de ‘echte wereld’ contacten te leggen. Het probleem is namelijk dat die online contacten geen echte vervanging zijn. Ze vullen de leegte die ze ervaren niet en dragen uiteindelijk alleen maar bij aan hun sociale isolement.