Deze column is van Sander van der Vegte, Gamedesigner, bedenker van Rocket Riot, momenteel werkzaam bij Vanguard.
De reden waarom ik onafhankelijke ontwikkelaars (beter bekend als ‘indies’) zo interessant vind, is vanwege de bijzondere games die ze zo af en toe maken. Proefballonnetjes waar je zelf ook graag tijd aan zou willen besteden. Het is leerzaam en bovendien inspirerend. Een bedrijf dat hiermee groot is geworden is Thatgamecompany. Ze zijn begonnen met Flow en nu vooral bekend van Flower; het dromerige spel waar je met gebruik van wind bloemblaadjes bij elkaar harkt. Een prachtig spel dat (ik verklap het gewoon) tegen het eind aan weer gewoon een game als ieder ander is. Eentje met een doel, een plot en -doe eens gek- een spannende climax aan het einde.
Hetzelfde bedrijf zoekt al een tijdje naar een ‘Feel Engineer’. Deze persoon moet uitblinken in het neerzetten van sfeer in combinatie met speelbaarheid en interactie. Hij of zij moet een hybride zijn van programmeur, designer en artist. Een combinatie die vergelijkbaar is met een topkok die toevallig ook architect, chirurg en strafpleiter is. Vrijwel onmogelijk en daarom moet er een andere reden achter zitten. Het vermoeden is dan ook dat ze hiermee een mooi imago van het bedrijf neerzetten. Ze hebben een openstaande vacature en hebben bij iedere conferentie een mooi gespreksonderwerp. Slimme jongens, daar bij Thatgamecompany. Maar ook Edmund McMillen (Super Meat Boy) en Jonathan Blow (Braid) kunnen er wat van. Zo stelden ze respectievelijk dat games te makkelijk zijn en dat World of Warcraft onethisch is. En dat geheel toevallig een week voordat hun spellen op de markt kwamen. Die indies toch. Daar gaan we nog heel wat van horen.