Apple buigt voor Adobe. De iPhone-maker gaat games toelaten die gemaakt zijn in Flash. Iedereen blij, iedereen wint. Adobe’s aandeel schiet omhoog, honderden developers in de wereld krijgen toegang tot misschien wel het grootste handheld gaming device op de markt. Toch zijn er twee versies van hetzelfde verhaal.
In de eerste versie winnen de good guys (Adobe), maar in verhaal twee blijkt Adobe juist de bad guy – onderweg naar zijn eigen ondergang.
Verhaal 1: Adobe is the good guyÂ
Flash is immens populair. Meer dan 90 procent van de computers in de wereld is ermee uitgerust. Het maakt rijke content, waaronder games, mogelijk in de browser.
Mede dankzij die immense install base is Flash ook onder ontwikkelaars populair. Flash-games kunnen immers rekenen op een potentieel miljardenpubliek en dat vertaalt zich makkelijk naar inkomsten, dan wel via advertenties dan wel via micropayements.
Het is dan ook niet anders dan logisch dat Apple de deur open zet
Door in Flash ontwikkelde games niet toe te laten zijn iOS-devices (iPod Touch, iPhone, iPad) sneed Apple de weg af voor honderden developers. Goede, ervaren, kundige, creatieve gamesdevelopers die hun brood niet verdienen met het maken van die duizende crap-games waar Apple zo bang voor is.
Het is dan ook niet anders dan logisch dat Apple de deur open zet. Met een strenger kwaliteitstoezicht voorkomt het immers makkelijk dat de AppStore wordt overladen met onzinnige My First Flash-games.
Voor Adobe betekent de mogelijkheid games vanuit Flash te exporteren naar de iPhone (en iPad) dat de ontwikkelsoftware voorlopig zijn marktaandeel kan behouden – ongelooflijk belangrijk, dat is immers de enige plek waar Adobe zijn geld verdient. Zowel een morele als financiële overwinning dus voor de middleware-fabrikant.
Verhaal 2: Adobe is evil
Flash is immens populair, maar de toekomst van het web ligt in een pluginloze browser die alles kan. Toverwoord: HTML5. Adobe haat HTML5 en op het eerste gezicht terecht. Zoals gezegd: het bedrijf verdient zijn geld met tools als Flash, Director en het opmaakprogramma InDesign.
In de ogen van Adobe is de populariteit van die programma’s recht evenredig aan die van de bijbehorende plugins en readers. En als iets als HTML5 die plugins en readers overbodig maakt, zal dat een enorme impact hebben op de verkoop van de ontwikkelsoftware.
Door de iPhone-browser geen Flash te laten ondersteunen, maar de AppStore wel te openen voor games die in Flash gemaakt zijn krijgt Apple het beste van twee werelden
HTML5 moet dus worden gestopt en stap 1 daartoe is Flash-support krijgen op de populairste smartphone ter wereld. Nu heeft Adobe de mazzel dat de belangen van Apple op dat gebied gek genoeg juist overeenkomen met die van Adobe zelf. Apple zit niet te springen om tal van geweldige HTML5-toepassingen. Dat gaat immers ten koste van betaalde Apps in de AppStore (terzijde: Wired hoofdredacteur Chris Anderson denkt daar heel anders over, een must-read in de laatste editie). Door de iPhone-browser geen Flash te laten ondersteunen, maar de AppStore wel te openen voor games die in Flash gemaakt zijn krijgt Apple het beste van twee werelden: het opent zijn platform voor honderden ervaren developers en tegelijkertijd verdient het geld met Flash-games.
Maar daar houden de parallelle belangen op en wordt het gevaar voor Adobe zichtbaar. In de AppStore betekent het niets dat de Flash-plugin op bijna elke PC in de wereld is geïnstalleerd. En de deur staat niet alleen open voor Adobe’s Flash, ook Unity is welkom. En Unity is een laagdrempelige ontwikkelomgeving met een indrukwekkende engine. Natuurlijk is ook Epic’s Unreal Engine van harte welkom, iets waar Apple onlangs zelf al mee te koop liep.
Nu Apple ook nog eens Flash als ontwikkelsoftware voor de iPhone toestaat, is wellicht de laatste valide reden voor Adobe vaart te maken met innovatie vervallen
Adobe waant zich echter onaantastbaar. Het opmaakprogramma InDesign verpulverde in een paar jaar tijd het marktaandeel van concurrent QuarkXpress, maar staat nu zelf al jaren stil in zijn ontwikkeling. Uitgeverijen moeten bestaande workflow zelf aanpassen willen ze mee in de wereld van tablet-magazines [de oplossing van Adobe is nog steeds niet op de markt]. Hetzelfde geldt voor Photoshop dat steeds meer al dan niet open source-concurrenten naast zich moet dulden. Illustrator is eveneens geen vanzelfsprekendheid meer. Het lijkt het bedrijf allemaal niet te deren: belangrijke updates, echte nuttige nieuwe features en distributie-mogelijkheden blijven uit.
Nu Apple ook nog eens Flash als ontwikkelsoftware voor de iPhone toestaat, is wellicht de laatste valide reden voor Adobe vaart te maken met innovatie vervallen. Tijdschrift-uitgevers kunnen niet wachten op een alternatief voor InDesign, jonge gamesdevelopers zijn meer geïnteresseerd in Unity of de UDK dan in Flash of Director en Photoshop is veel te duur voor beginnende ontwerpers en fotografen.
Adobe zal zijn houding moeten aanpassen anders kan dit ‘cadeautje’ van Apple wel eens heel naar uitpakken.