De MaandagColumn komt vandaag van advocaten Evert van Gelderen (foto) en Joost Gerritsen van De Gier | Stam & Advocaten.
Regisseur James Cameron scoorde onlangs een gigantische hit met zijn film Avatar. In die film is een avatar een buitenaards wezen dat via technologie wordt bestuurd door ex-marinier Jake Sully. Een avatar kan echter ook iets anders zijn, namelijk de virtuele representatie van een gamer. De avatars kunnen in spelomgevingen zoals PlayStation Home door de gamers naar eigen smaak worden aangepast. Zo kan een gamer een avatar creëren die sprekend op zichzelf lijkt. Daarmee versmelt de offline-identiteit van de gamer steeds meer met zijn online-identiteit. Kan de gamer daarom in bepaalde gevallen een beroep doen op een in de offline-wereld verworven recht, zoals het portretrecht?
Schending
De wet kent rechten toe aan de geportretteerde. Dat is degene die met zijn gelaat (meestal: gezicht) op een afbeelding staat. Als het portret van de geportretteerde door een ander wordt gebruikt, dan kan hij proberen hier tegen op te treden. Of dat succesvol is, hangt er vanaf. Het gebruik van een portret betekent namelijk niet automatisch een schending van het portretrecht. Het redelijk belang van de geportretteerde om zich tegen de publicatie van zijn portret te verzetten moet namelijk worden afgewogen tegen het belang van degene die het portret publiceert. Het belang van deze laatste persoon kan soms zwaarder wegen.
Voordat er kan worden toegekomen aan deze belangenafweging, moet bij het inroepen van het portretrecht logischerwijs sprake zijn van een portret. Dit kan een gezicht op een twee- of driedimensionale afbeelding zijn. Als spelers hun eigen foto gebruiken voor het creëren van een avatar, dan is het dus goed mogelijk dat dit een avatar met een portret is. En omdat karikaturen ook een portret kunnen zijn, is het denkbaar dat een tekenfilmachtige avatar zoals de Mii ook een portret met zich mee kan dragen, mits de Mii de herkenbare gelaatstrekken van de geportretteerde vertoont.
Vrijheid
Zowel realistische als tekenfilmachtige avatars kunnen dus een portret bevatten. Dat portret kan het gezicht van de gamer zijn, maar ook van een ander, bijvoorbeeld van een bekend persoon. In dat laatste geval kan de persoon op grond van zijn portrecht de gamer verbieden zijn avatar op te sieren met zijn gezicht. Bijvoorbeeld omdat hij hier een commercieel belang bij heeft. Of dit belang zwaarder weegt dan het belang van de gamer moet worden afgewogen. De gamer zal zich namelijk op zijn vrijheid van meningsuiting beroepen. Ditzelfde geldt ook voor de situatie waarin de gamer zijn eigen gezicht voor de avatar gebruikt. Zodra een ander dat gezicht gebruikt, moet ook in dit geval de belangen worden afgewogen. De gamer heeft dan niet zozeer een commercieel belang, maar een privacybelang.
Evert van Gelderen & Joost Gerritsen
De Gier | Stam & Advocaten
Deze column verscheen eerder in Control #018.