In onze reeks over de mening van politieke partijen over het medium games sprak control deze week met Ed Anker, lid van de Tweede Kamer voor de Christen Unie. Anker ziet zeker de goede kanten van gamen, maar vindt het noodzakelijk om de excessen te blijven onderzoeken. Bovendien moeten kinderen beschermd worden tegen ongeschikte beelden.
Twee kanten
Ed Anker: “Er zijn wat mij betreft twee kanten aan games. Aan de ene kant maak ik me wel zorgen over het gewelddadige element. Dat kan een slechte invloed zijn. Ik weet ook dat er onderzoeken zijn die aantonen dat agressieve spellen agressief gedrag stimuleren. Wat dat betreft hebben games ook een rolmodel functie, net zoals videoclips. Dat wil niet zeggen ik denk dat we dingen moeten gaan verbieden, al vind ik wel dat een game als Manhunt een brug te ver is.”
Discussie
“Daar hebben we binnen de fractie ook discussie over. Je moet games behandelen als een volwassen medium. Dat betekent dat de inhoud van games ook gebonden is aan de wet. Als iets aanzet tot haat of fascisme, dan moeten we daar tegen optreden. En sowieso moeten we de leeftijdsgrenzen sterk handhaven.
Ik vind dan ook dat we de excessen scherp in de gaten moeten houden, en moeten blijven onderzoeken wat wel en niet kan. Wat dat betreft moeten de makers van games hun verantwoordelijkheid nemen. Ik hoorde onlangs van een Japans ‘spel’ waarvan het doel is om vrouwen te verkrachten. Als ik zoiets hoor dan vraag ik me af wat de makers beogen. Zijn ze zich wel bewust van waar ze mee bezig zijn? Ik vind dat ze zichzelf daarin ook grenzen op moeten leggen. Dat is wat anders dan dat een kunstenaar niet vrij is met wat hij kan maken. Een game is toch wat anders dan een autonoom kunstwerk.”
Het spelen van spellen is véél meer dan een beetje kansloos rammen op een joystick.
“Volgens mij is het interactieve aspect van games iets wat de ervaring ook nog eens intenser maakt, dus moet je juist met de extremen voorzichtig omgaan. Ik ben me er wel bewust van dat de onderzoeken op dit gebied jong zijn. Dat maakt het lastig om hele scherpe lijnen te trekken. Ik moet ook toegeven: hoe meer ik me er in verdiep, hoe meer nuances ik zie.”
Jong
“De gamesindustrie zelf is ook jong. Dat zie je ook aan de manier waarop games op de markt komen: alle soorten spellen liggen in de speelgoedwinkel in één schap. Dat maakt het voor consumenten ook niet overzichtelijk. Nogmaals: daarom is het zo belangrijk dat verkopers zich houden aan de leeftijdsgrenzen. Ik vind een systeem als PEGI een goede stap, maar het staat of valt bij handhaving.
Maar behalve zorgen is er een tweede aspect wat ik graag wil benadrukken. Ik was onlangs te gast bij het Cinekids festival, en de grote hoeveelheid sociale, actieve en educatieve games toonde me dat het spelen van spellen véél meer is dan een beetje kansloos rammen op een joystick. Het toonde me ook dat games niet alleen amusement zijn of speelgoed. Het is een medium waar kinderen en volwassenen mee moeten leren omgaan. Ik zie wel in dat het voor ouders soms moeilijk is. Zelf ben ik 31, en al heb ik zelf geen kinderen, ik zie in mijn omgeving ouders wel eens worstelen met de situatie dat hun kind te lang achter de PC zit. En ook denk ik dat veel jongeren niet inzien wat de risico’s zijn van zo veel tijd online doorbrengen in chatrooms of in games. Ze geven zomaar aan iedere site al hun persoonlijke gegevens op: e-mail, telefoon nummer… En ze weten niet wat een bedrijf daar allemaal mee doet.”
Age of Empires
“Maar ik zie ook de sociale kant van gamen. Toen ik studeerde hadden mijn collega studenten hun PCs gekoppeld en speelden allerlei games over het netwerk tegen elkaar. En zelf ben ik ook nog een tijd bezig geweest met Age of Empires 2.”
Foto: Ruben Timman