In de aanloop naar de verkiezingen kloppen wij wekelijks aan bij politiek Den Haag. Wij vragen de partijen wat hun visie is op het medium games.
De VVD stelt zich op als voorvechter van ondernemend Nederland. Maar wat wil deze partij dan doen voor onze nationale gamesindustrie? Control sprak met kamerleden Mark Harbers en Ineke Dezentjé Hamming over overheidsingrijpen en gamesverslaving
Als wij het woord ‘games’ noemen verwijst de woordvoerder van de VVD ons onmiddellijk door naar Ineke Dezentjé Hamming, die “games en andere zaken over jongeren van nul tot achttien” in haar portefeuille heeft. Als wij vragen wat de VVD voor de gamesindustrie gaat betekenen, vertelt ze dat “game verslaving een zorgelijke ontwikkeling is.” Volgens haar is voor de ouders een ‘hoofdrol’ weggelegd. Overheidsingrijpen is volgens haar niet nodig. “De VVD staat voor een kleine overheid die alleen het hoogstnoodzakelijke doet.”
“Zo’n afkick kliniek voor gamesverslaafden in Tiel, die is er niet voor niets.”
Zorg
Toch vindt ze dat games zorgelijke effecten hebben. “Als ik kijk naar de sociale problemen: kinderen die geïsoleerd raken en alleen maar games spelen. We moeten ouders helpen bij de opvoeding, al ben ik wel huiverig voor de manier waarop Rouvoet onze jeugd problematiseert.”
Volgens Dezentjé Hamming is er reden tot zorg. “Zo’n afkickkliniek voor gamesverslaafden in Tiel, die is er niet voor niets.”
We vragen haar of de gamesindustrie op steun van de overheid kan rekenen. “Ik denk dat de industrie dat zelf ook niet wil. Maar als u meer wilt weten over de culturele kant van games moet u mijn collega Mark Harbers spreken.”
Dat doen we, en we leggen hem voor dat diverse partijen inmiddels stellen dat games ook cultuur zijn. “Tja, al zou een game tot nationaal erfgoed verklaart worden, dat betekent voor de VVD nog niet dat we er een euro extra in willen steken.” Hiermee bedoelt Harbers overigens niet dat hij anti-games is. “Als wethouder van de gemeente Rotterdam heb ik gezien dat het een waardevolle industrie is, die bij ons ook aanspraak kon maken op het fonds voor de media. Het bleken ook juist die games te zijn die als investering goed rendeerden.”
“De culturele sector is veel te afhankelijk van allerlei subsidies. Ze moet eerst eigen geldbronnen aanboren.”
Wat Harbers wil onderstrepen is dat wat de VVD betreft ‘cultuur’ niet meteen automatisch ‘steun’ betekent. “De culturele sector is veel te afhankelijk van allerlei subsidies. Ze moeten eerst eigen geldbronnen aanboren.”
Typisch Nederlands
Wel ziet Harbers in dat sommige cultuuruitingen wel degelijk een steuntje in de rug nodig hebben. “Als er een game zou zijn die zo typisch Nederlands is, en steun nodig heeft, zou dat mogelijk moeten zijn, net zoals een Nederlandse speelfilm soms op steun kan rekenen.”
Hij ziet een dergelijke situatie niet snel ontstaan. “De Nederlandse sector is internationaal het meest vooruitstrevend en levert goede producten. Die zie ik nog niet zo snel steun nodig hebben. Een game is ook anders dan bijvoorbeeld een Nederlandstalige film. Het Nederlands taalgebied is klein, wat steun voor films nodig kan maken. Als het gaat om games: die zijn toch universeler en zijn niet snel gebonden aan een kleine lokale markt.”
We vragen ook nog waarom we via de woordvoerder van zijn partij als eerste bij een kamerlid kwamen dat zich vooral bezighoudt met problemen rond games. “Dat hangt denk ik ook af van de woordvoerder die u trof. Ik denk dat, als er al een probleem is met games, dat goed in beeld is. Daar heeft de overheid geen functie in. Wel snap ik dat ouders soms worstelen met games, omdat ze niet weten hoe ze er mee om moeten gaan.”