In de aanloop naar de verkiezingen kloppen wij wekelijks aan bij politiek Den Haag. Wij vragen de partijen wat hun visie is op het medium games.
Wij spraken met Christel Kohlmann, senior beleidsmedewerker Onderwijs, Cultuur, Media en Emancipatie van Groen Links. Deze progressieve partij neemt duidelijk stelling tegen overheidsingrijpen in de inhoud van games.
Kohlman zegt hierover het volgende:
“Games spelen een steeds grotere rol in de (jongeren)cultuur. De variëteit is daarbij groot, van kunstzinnige games tot plat vermaak, van educatieve tot gewelddadige games. GroenLinks vindt dat de overheid zich niet dient te bemoeien met de inhoud van games, behoudens de grenzen van de wet uiteraard.”
Volgens Kohlmann moet de rol van Nederland in deze industie niet worden onderschat, en wil de partij dat de overheid creativiteit op alle vlakken stimuleert:
“Nederland is een relatief grote speler in de game-industrie en dat wil GroenLinks graag zo houden. Dat geldt overigens niet alleen voor games maar ook voor andere creatieve sectoren, zoals mode en architectuur. Daarom hebben wij ons in het verleden ingezet voor een fonds voor creatieve economie a la CultuurInvest in België. Het kabinet heeft dit uitgewerkt via de bestaande SEED-regeling. Een goede stap in de richting, maar niet voldoende. In ons conceptverkiezingsprogramma, dat gisteren is gepresenteerd, hebben wij opgenomen dat de overheid de ontwikkeling van de creatieve industrie moet stimuleren met een fonds voor subsidies en garantiestellingen bij investeringen.”
Na D66 neemt dus ook Groen Links games serieus als cultureel medium.
Maar wat vind jij? Heeft Den Haag voldoende verstand van games? Doet de overheid genoeg om deze sector naar behoren te ondersteunen? Wat kan er beter? Reageer en discussieer mee in de comments.